Door Sander Zeldenrijk

Zakaria, in welk opzicht ben jij qua stijl te vergelijken met Dusan Tadic en wat voegen jullie specifiek toe aan Ajax? 
“Ik heb vaak tegen hem gespeeld en hem ook vaak zien spelen. Hij is een goede voetballer, op en top professional. Hij traint altijd keihard en wil er iedere training het maximale uithalen. Ik denk dat Ajax ook zulke types nodig heeft om de jonge jongens daarin mee te nemen, zodat het niveau omhoog gaat. Ik verwacht ook dat dit gaat gebeuren.”

Door het WK en enkele blessures werkten jullie deze week niet met een heel representatieve spelersgroep. Hoe kijk je desondanks terug op de afgelopen dagen?
“Er loopt heel veel talent rond. Balvaardige en technische spelers, maar nog steeds heel jong. Ik merk wel dat er veel voetbalintelligentie in de groep zit. Ik hoop dat ze zich ontwikkelen naar het eerste elftal en dat ze een voorbeeld nemen aan de spelers die nu in het eerste elftal op hun positie spelen. Dat ze daarvan kunnen en ook wíllen leren, want daar moet je als talent wel voor openstaan.”

Iets anders, heb je al een rugnummer uitgekozen?
“Nee, ik heb daar niets mee. Ik bekijk dat heel nuchter.”

Achterliggende vraag is op welke positie we je straks gaan zien spelen. Hier in Duitsland speelde je vrijwel elke oefening als aanvallende middenvelder, net als in het oefenduel met Preußen Münster.
“En de eerste week trainde ik vanaf de linkerkant. Daar speelde ik ook tegen VVSB. Het is aan de trainer om te kijken waar ik het best tot mijn recht kom en dat ik op een positie kom te staan waarmee ik het team sterker maak.”

Ten Hag spreekt louter positief over je. Je bent creatief, scoort, hebt een goede eindpass, prima schot en spelhervatting. Je bent snel, doelgericht en sterk gemotiveerd. Is er iets wat je niet goed kunt?
“Koppen! Daar train ik dan ook op.”

Vrije trappen zijn dan wel weer aan jou besteed. Dat wordt dringen met Dusan, Lasse en vooralsnog Hakim. Hoe gaat dat straks onderling?
“Bij FC Utrecht speelde dat ook met Yassine Ayoub. Dan keken we eerst hoe de muur stond en wie zich er het best bij voelt. Je moet het elkaar ook gunnen, vind ik.” 

Tot slot: uiteraard baalde je dat je het WK moest missen met de Marokkaanse ploeg. Wat heeft het missen van die eindronde je over je eigen tekortkomingen geleerd?
“Ik zou het echt niet weten. Ik heb de bondscoach niet gesproken. Natuurlijk kijk ik eerst naar mezelf. Ik probeer belangrijk te zijn. In het afgelopen seizoen bij Utrecht had ik goede statistieken. Ik moet dan blijkbaar nog harder mijn best doen met alles waar ik nu mee bezig ben. Meer kan ik niet doen.”